Jan Joost van Gangelen over zijn onderwijscarrière: “Meest dierbare en bevredigende werk dat ik heb gedaan.”

Jan Joost van Gangelen (Hilversum, 23 juli 1974) maakte bijna 23 jaar geleden zijn debuut op televisie bij het programma Studio Sport. Inmiddels is Van Gangelen een bekend gezicht als vaste presentator van het programma De Eretribune op sportzender ESPN en brengt hij daarnaast verslag uit van eredivisiewedstrijden. Toch heeft de Hilversumse sportpresentator ook nog zo’n zeven jaar binnen een geheel andere sector zijn sporen verdiend: het onderwijs. De 2.01 meter lange Van Gangelen was namelijk van de zomer van 1997 tot en met het schooljaar 2003-2004 docent Nederlands. Nu, twintig jaar later, blikt hij terug op zijn carrière als leraar, waarvan hij het boek nog niet volledig dicht lijkt te slaan.

Het was juni 1997. Jan Joost Van Gangelen was net afgestudeerd (“Herengracht 266!”) aan de Hogeschool van Amsterdam als tweedegraads docent Nederlands. Hij stond al enkele jaren achter de toog bij Carels in de Pijp en besloot met zijn docentdiploma op zak te solliciteren bij het Huygens College in Amsterdam, aan de Tweede Constantijn Huygensstraat in Oud-West. “Ik werd meteen aangenomen, want toen waren er net als nu te weinig docenten Nederlands”, herinnert Van Gangelen zich. “Ik was piepjong, 23 jaar. Mijn oudste leerling uit een vierde klas vmbo-autotechniek was 19 jaar en dus was het verschil klein. Na één jaar ben ik naar het Nova College in, eveneens Oud-West, gegaan.”

Het oude Nova College – dat nu onderdeel is van de Esprit Scholengroep – kent men in Amsterdam tegenwoordig als het Mundus College. De school (praktijkonderwijs tot en met vmbo-t) kreeg volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) ooit het predicaat van een zwakke school, maar inmiddels lijkt het tij alweer enige tijd te zijn gekeerd. In het oordeel van de onderwijsinspectie hield zij destijds rekening met de leerlingenpopulatie op het Nova College (1.100 leerlingen van liefst 52 nationaliteiten), toch bleef de conclusie: zwak. Daarnaast beschikten de leerlingen van het Nova niet alleen over een taalachterstand, maar ook over problemen op sociaal en emotioneel vlak. Dat vergt ongelooflijk veel inventiviteit van docenten: een creatieve didactiek om leerlingen te bereiken. Deze benodigde didactische aanpak beaamt Van Gangelen, die zijn lessen daarom ook pragmatisch instak: “Ik heb niet zo veel geduld, ben ook een echte adhd’er, en vind het echt lastig als leerlingen iets echt níet begrijpen. Daarom heb ik laten varen of je werkwoorden nou met -d of met -dt schreef. In mijn derde en vierde klassen autotechniek en mavo schreven we sollicitatiebrieven en hielden we sollicitatiegesprekken.” Dit gebeurde in de lessen van ‘mees’ Van Gangelen met een duidelijk doel: namelijk met het oog op het verkrijgen van stages of werkplekken, plekken waar leerlingen zowel kunnen werken als leren. En wat als er dan toch een dt-fout in die sollicitatiebrief staat – of als je werkwoorden steevast verkeerd schrijft, is dat dan héél erg volgens de 49-jarige Hilversummer? “Dat is een beetje ouderwets om te denken, al blijf je toch een purist als je docent Nederlands bent.”
   
Dubbele diensten
Tegelijkertijd begon Van Gangelen zijn journalistieke carrière, toen al met de ambitie om op televisie te komen. Het leidde vaak tot lange dagen. Van Gangelen: “Eerst lesgeven van het tweede tot het zevende uur en daarna reed ik naar Hilversum en had ik dienst van 17 uur tot 23 uur. Dat waren dus dubbele diensten. Maar ik dacht ook: ik ben 23 jaar, wat maakt het allemaal uit? Ik kon veel ervaring opdoen en veel poen verdienen.” Het barkeeperschap bij Carels was inmiddels opgegeven, want dat bleek niet goed te combineren met zowel journalistieke als lesgevende werkzaamheden. Die lesgevende werkzaamheden leverde een hoop lol op. Van Gangelen haalt wat anekdotes naar boven, zoals het moment waarop hij door een leerlinge ‘kontloos’ werd genoemd, terwijl hij iets op het bord schreef. Of die keer dat Van Gangelen iemand uit de les verwijderde en naar het gebouwhoofd stuurde, maar bij de leerling een kleine doch grote verwarring ontstond. “We hadden geen rector, maar een gebouwhoofd omdat we verschillende dependances hadden. Kwam die leerling na drie uur terug: ‘Meester, wat moet ik doen bij hoofdgebouw?’. Het was echt lachen met die gasten. Ik vond het altijd smullen.”

Ook andere momenten, waarop juist de vele culturen tezamen kwamen, zorgde voor genot bij Van Gangelen. Hierbij denkt de televisiepresentator aan een werkweek naar Terschelling, waarbij de leerlingen ’s avonds laat op strand in jurken en gewaden met elkaar stonden te dansen. Toch mist Van Gangelen een bepaald gedeelte niet van zijn oude werk: het regelen van allerlei zaken en de administratieve kant. Daarnaast kende zijn school een hoop ‘ouwe zeikerds’: verbolgen, oude mannen die hun school zagen veranderen wat betreft de aanwas, culturen en mensen met een taalachterstand. “Daardoor ontstond een zure vibe, maar voor de jonge docenten was dat anders. Die wilden die jongen gasten een tof leven of toffe carrière geven. Het werken met die gasten mis ik ook nog wel. Lesgeven is het meest dierbare werk dat ik heb gedaan, ook het meest bevredigende. Meer dan wat ik nu doe.”

Multiculti-puinhoopschool
Dat leidt al gauw tot de vraag of Van Gangelen – die komende zomer Abraham ziet – een terugkeer in het onderwijs misschien overweegt. “Het is een reële optie”, begint hij. “Ik word 50 en dan ga je nadenken over zingeving en wat ik nog wil. Maar dan wil ik niet lesgeven op een witte kakschool, wél op een ‘multiculti-puinhoopschool.” Waarom? “De lol is daar heel veel groter en je uitdaging is veel groter. Daar kun je ook echt een grotere rol spelen dan op een ‘brave’ witte school”, zo vindt Van Gangelen. Voor havisten of vwo-leerlingen die de opleiding tot docent Nederlands in overweging nemen, luidt het advies van de ESPN-presentator als volgt: “Altijd doen. Het is een hele goede opleiding. Je komt met leerlingen te werken die het bloed onder je nagels vandaan halen, maar die je ook onvoorwaardelijke liefde geven. Lesgeven geeft ongelooflijk veel voldoening. Buiten kennisoverdracht speel je ook een grote rol in het leven van kinderen. Voor sommige kinderen ben je zelfs belangrijker dan ouders.”