Maarten van der Spek (directeur basisschool De Akker): "Burgerschapsonderwijs een hot item? Wij geven het al sinds 1905."
Maarten van der Spek (Gouda, 5 maart 1991) mag zich, ondanks zijn nog jeugdige leeftijd, directeur van de christelijk-reformatorische basisschool De Akker in Lisse noemen. Iets wat hij zelf ook nooit zo had verwacht. Het is immers het resultaat van een carrière waarvan pas later het gaspedaal is ingetrapt. Zo begon Van der Spek op vmbo-basis, werkte hij via een mbo-opleiding jarenlang in de zorg – zelfs als manager, maar zat hij ook een jaar thuis en dacht hij na over zijn carrière. Via een 21+-toelatingstoets schreef hij zich in om via het hbo godsdienstlessen binnen het voortgezet onderwijs te mogen geven. En dat werk deed hij, met verve, nog tot en met vorig schooljaar. Sinds 1 augustus 2023 mag hij zich directeur van de basisschool aan de Schoolstraat in Lisse noemen. Maar aan dit idee moest Van der Spek eerst wel even wennen: “Het heeft wel vier of vijf maanden geduurd voordat het begon te landen dat ik directeur ben.”
Die benoeming tot directeur kende een ietwat korte en bijzondere aanloop. Het vrijwilligersbestuur van De Akker vroeg Van der Spek – die zelf twee kinderen op De Akker heeft zitten – ongeveer een jaar geleden of hij in het bestuur wilde komen. En toen is het balletje gaan rollen. De vacature voor de directeursfunctie op De Akker kwam open te staan, Van der Spek – met zijn onderwijservaring op zak – werd gepolst en dus leek één en één twee. Maar Van der Spek hield de boot bewust af. Althans, voor even. Want toen hij nóg een keer werd gevraagd, kon hij niet opnieuw ‘nee’ zeggen. Zodoende is de 33-jarige Van der Spek sinds het huidig schooljaar degene die op De Akker de scepter zwaait. De leiderschapsstijl die hem als directeur typeert is die van gespreid leiderschap, een vrij modieuze term binnen het onderwijs op dit moment. Die stijl houdt in dat iedereen binnen De Akker invloed kan uitoefenen op de school en het onderwijs, op basis van kennis en affiniteit. Een stijl die heel anders is dan directief en autoritair leiderschap. “Die directieve stijl lijkt in deze tijd een negatieve klank te hebben”, beweert Van der Spek. “Maar die vorm van leiderschap heeft De Akker wel lang gehad.” Om de week schoolt Van der Spek zich tijdens kantooruren bij voor het directeurschap.
Van der Speks roots liggen hoogstwaarschijnlijk in de bollenstreek, in de buurt van Katwijk, maar de directeur komt ‘gewoon’ uit Moerkapelle. Een klein dorpje tussen Zoetermeer en Gouda. Nu woont hij in Lisse. “Het voelde alsof ik in een grote stad terecht kwam”, zegt de Moerkapellenaar enigszins gekscherend. De liefde bracht hem naar het bollendorp. En, zo kan gesteld worden, de liefde was er mede voor verantwoordelijk dat hij nu directeur is van De Akker. Voor iemand die status niet belangrijk vindt (“noem me maar gewoon meester Van der Spek, ik heb een allergie voor status”), werkt Van der Spek wel in een schoolgebouw met een hoog statuurgehalte. De wortels van het karakteristieke schoolgebouw, dat iedereen in het dorp wel kent, zijn al bijna honderdtwintig jaar op dezelfde plek verankerd. Het fraaie pand beschikt bovendien over een monumentale status.
Formatief handelen op De Akker
Maar hoe zit het dan eigenlijk met de onderwijsvisie van Van der Spek? “Ik ben van kindgericht onderwijs. De leerkracht zie ik meer als coach dan als leerkracht. Als docent moet je niet alles voorkauwen, ik heb ook een allergie voor de term ‘kennisoverdracht’. Wij kunnen als docenten helemaal geen kennis overdragen. Kennis moet worden verinnerlijkt en als dat lukt, kunnen leerlingen daadwerkelijk zelf iets met die kennis. Je bent er als docent om leerlingen te coachen dat ze iets met die kennis kúnnen. Ik vind het mooi als een docent dan telkens een stapje terug kan doen.” Deze kijk op het onderwijs rijmt goed met wat de definitie van het concept ‘formatief handelen’ is. Dat formatief handelen één van de speerpunten binnen de school is, blijkt ook uit haar omgang met de Cito-eindtoets. De Akker scoort op deze toets al jaren hoger dan het landelijk gemiddelde. Toch hecht de school aan deze resultaten niet de meeste waarde. De school hecht, ook met de doorverwijzing naar het voortgezet onderwijs, meer waarde aan werkhouding, inzet, doorzettingsvermogen en specifieke karaktereigenschappen van een leerling. En dat niet altijd het resultaat leidend moet zijn, illustreert Van der Spek tevens aan de hand van een mooi voorbeeld: “Persoonlijk vind ik altijd het proces belangrijker dan het resultaat. Mijn visie is ook om altijd eerst een instaptoets te doen om te kijken welke kennis al in huis is. Als een kind na een instaptoets van een 3 naar een 6 is gegaan, vind ik dat veel mooier dan wanneer een kind van een 8 naar een 9 is gegaan. Die 6 voor die ene leerling is eigenlijk een 10. Dan vind ik de stappen, het proces en de ontwikkeling van zo’n leerling veel belangrijker dan het cijfertje dat er staat.”
Formatief handelen omvat tevens de idee dat de leerling de regie heeft over zijn of haar eigen leerproces. Maar waar gaat het dan volgens Van der Spek toch nog mis? “De leerling moet meer eigenaar zijn van het leerproces. Ik heb op de basisschool het idee dat wij eigenaar zijn van het leerproces van de leerling. De docent moet eigenlijk een ladder vasthouden, waarop de leerling naar boven gaat. Hij moedigt hem aan en helpt als er een sport ontbreekt door een hulpmiddel aan te bieden. Maar de leerling gaat zélf naar boven.” Toch blijkt ook uit diverse andere voorbeelden dat de school zich toelegt op formatief handelen. Zo komen de hoogbegaafde leerlingen uit alle jaarlagen van De Akker op maandag en woensdag samen in één lokaal, alwaar zij les krijgen van een docent die is gespecialiseerd in hoogbegaafdheidsonderwijs. Gedurende zo’n les luidt het credo: fouten maken mag. Deze lessen vergen vaak een andere, omgekeerde benadering. De leerlingen leren tijdens deze lessen hoe het is om ook eens te falen, zodat zij ervaren dat het maken van fouten geen onoverkomelijke gebeurtenis is. Ook lezen an sich wordt belangrijk bevonden op De Akker en daarbij wordt verschillende didactiek toegepast, zoals duo-lezen. De leerlingen lezen dan beurtelings bladzijdes aan elkaar voor en voorzien elkaar hierover vervolgens van feedback.
Geen Harry Potterboeken
Doordat lezen hoog in het vaandel staat op De Akker, kunnen de leerlingen boeken lenen in de leerlingenbibliotheek. In die bibliotheek vinden leerlingen veel verschillende boeken die zijn ingekocht bij een christelijke uitgeverij. Toch zullen enkele specifieke boeken in de kast ontbreken. Zo kom je er geen boeken tegen waar een vloek in staat en worden ook boeken vermeden waar magie een rol in speelt. De boeken over Harry Potter worden dus niet gelezen. “God is de almachtige, die bestuurt alle dingen. Magie zien wij meer als duivelse tovenarij.” Van der Spek wil echter ook met zijn tijd mee. Ook hij ziet namelijk dat er in de wereld bepaalde dingen spelen en men daarvan op de hoogte moeten zijn. “Je mag, in mijn perspectief, best breder lezen dan alleen boeken van eigen signatuur”, doelt Van der Spek op allerlei soorten jeugdboeken. “Want”, zo stelt hij, “je moet jezelf niet opsluiten in een hoek en denken dat de rest niet bestaat. Wij zijn een groep die leeft in een groter geheel, wij zijn daar onderdeel van. We hoeven ons niet af te sluiten van de werkelijkheid.” De taal- en rekenmethodes op De Akker hebben, in tegenstelling tot de methodes van biologie en aardrijkskunde, geen christelijke inslag en worden ook op reguliere scholen gebruikt. Het materiaal voor begrijpend lezen, het onderdeel waarin Nederlandse leerlingen volgens de laatste onderzoeken opnieuw slecht op scoren, maken de docenten echter zelf. Al zit daar volgens Van der Spek geen identiteitsargument achter. De docenten bundelen namelijk uit kwaliteitsoverwegingen de beste opdrachten uit verschillende methoden.
Burgerschap
Burgerschapsonderwijs is in Nederland sinds 2006 verplicht. Drie jaar geleden, in 2021, is de Onderwijswet op dit punt zelfs nog verder aangescherpt. “Burgerschapsonderwijs is een hot item”, weet Van der Spek. “Maar onze school bestaat sinds 1905 en wij geven al burgerschapsonderwijs sinds 1905. Burgerschapsonderwijs gaat over welke normen en waarden je aan kinderen meegeeft en hoe je met elkaar omgaat in de maatschappij. Dat doen wij al vanaf het moment dat we als school ontstaan zijn. Dat zijn namelijk onze christelijke normen en waarden. Elke dag leren wij hoe je met je naasten omgaat.”
‘Vernieuwbouw’
Afgelopen november kwamen de docenten van De Akker op twee dagen bijeen om na te denken over de ‘vernieuwbouw’ en het concretiseren van ieders schoolvisie binnen de Lissese schoolmuren. Hierbij kwam in twee groepjes het idee van een leerplein ter sprake, welke dan op de plek van het huidige computerlokaal zou moeten komen. Op dit leerplein zouden alle talenten van de leerlingen benut moeten worden, zowel de theoretische als de meer praktische talenten. “Bouw maar eens vogelhuisje op schaal”, oppert de schooldirecteur alvast hardop voor een leerling met goede rekenvaardigheden. Maar ook een kookeiland, een plek om met proefjes te experimenteren, een mooiere en grotere bibliotheek en een mediahoek behoren tot de opties voor de vernieuwbouw over zo’n vijf jaar. Van der Spek: “Op het te realiseren leerplein moet voor ieder kind iets te bieden zijn. Daar word ik warm van.”