Op je 27ste al schooldirecteur: Kim Cevaal werd het en ontwikkelt nu het onderwijs in Westmaas
De gemiddelde leeftijd van een vrouwelijke basisschooldirecteur in Nederland ligt rond de 50 jaar, maar Kim Cevaal (Dordrecht, 3 november 1994) drukt dit gemiddelde flink naar beneden. Sinds 2022 staat zij aan het roer van openbare basisschool De Vlashoek in Westmaas (Gemeente Hoeksche Waard). Bij haar aanstelling was Cevaal dan ook nog maar 27 lentes jong. Hoewel haar onderwijscarrière ooit met de nodige moeite begon – een baan als juf vinden was geen gemakkelijke opgave – bereikte Cevaal haar einddoel opvallend vroeg. “In de tussentijd heb ik nog geen tijd gehad om na te denken over een nieuw einddoel. Misschien blijf ik hier wel de rest van mijn leven.”
Zelf was ze op de basisschool een voorbeeldige leerling: lief en iemand die deed wat de juf van haar vroeg. Als de juf toch boos op haar werd, maakte dat diepe indruk. Toentertijd kwam het al eens in Cevaal op om ook juf te worden, maar haar toekomstambities wisselden voortdurend – zoals dat bij kinderen en jongeren zo vaak gebeurt. Toch wist Cevaal het in 5-havo zeker, na een dag proefstuderen aan de pabo: samen met een vriendin schreef ze zich in voor de opleiding tot leerkracht in het basisonderwijs. “Na vier jaar was ik afgestudeerd, maar toen was er helemaal geen werk. Dat kun je je nu echt niet bedenken.” Het lerarentekort is sindsdien nog nijpender geworden: het primair onderwijs komt volgens de laatste cijfers zo’n 9.800 voltijds leerkrachten tekort.
Er volgde voor Cevaal een periode van sollicitatiebrieven schrijven en sollicitatiegesprekken voeren. In de tussentijd meldde de Dordtse zich ook aan voor een invalpool. Dan moest zij soms tot in de ochtend wachten om te horen of ze die dag al dan niet in het basisonderwijs kon invallen. Plots kwam er echter voor de eerste twee weken van het schooljaar een plek vrij op basisschool De Vlashoek in Westmaas. Vanaf de herfstvakantie kreeg Cevaal daar zelfs de volledige verantwoordelijkheid over een eigen klas, tot het einde van het schooljaar. Sindsdien hebben Cevaal en De Vlashoek elkaar niet meer losgelaten. In de zes jaren die volgden, gaf ze vanaf het schooljaar 2016-2017 les aan bijna alle groepen. Vanaf het schooljaar 2022-2023 is Cevaal de directrice van de openbare basisschool in Westmaas.
Nog altijd docent
Lesgeven doet de 30-jarige Cevaal overigens nog steeds, naast haar directeurschap. Elke vrijdag staat zij voor groep 4/5. “Het leukste aan lesgeven vind ik het creëren van een fijne sfeer, met elkaar ergens naartoe werken, doelen stellen en vervolgens zien dat het lukt en dat leerlingen het met elkaar naar hun zin hebben.” Het feit dat Cevaal zelf nog regelmatig met haar benen in de ‘onderwijsblubber’ staat, helpt haar enorm als directeur. “Ik zie en ervaar ook waar collega’s tegenaanlopen, waardoor ik me veel beter in hen kan verplaatsen.” Zelf typeert ze zich als een docent die duidelijk, lief, rustig en voorspelbaar is. Leerlingen weten dus goed wat ze aan hun 'juf Kim' hebben. “Maar er is ook altijd ruimte voor een grapje, of iets anders luchtigs.”
Maar welk type schoolleider is Cevaal? Van enige hooghartigheid of afstand is bij haar in ieder geval geen sprake. Zo schuift ze tijdens de pauze gewoon aan bij haar collega’s en eet haar boterhammen dan lekker mee. “Mijn stijl is een balans creëren tussen een professionele en familiaire cultuur, waarbij ieder zijn of haar talenten goed worden benut. Ik praat ook veel individueel met iedereen.” Deze vorm van leiderschap neigt het meest naar transformationeel leiderschap in het onderwijs: een mensgerichte aanpak met individuele aandacht, alles uit teamleden halend wat erin zit, bouwend aan een gemeenschapsgevoel - én volledig open voor verandering.
Onderwijsontwikkeling: De Noordwijkse methode en doelgericht werken
Verandering binnen het onderwijs heet, mits deze een positieve uitwerking heeft, onderwijsontwikkeling. Daarvan is op twee manieren sprake op De Vlashoek. De school hanteert sinds drie jaar De Noordwijkse Methode. Voor de vakken wereldoriëntatie (aardrijkskunde, burgerschap, geschiedenis, natuur en techniek) en de kunstvakken gebruikt de school nu geen methodes meer. De leraren ontwikkelen daarom zelf hun lesmateriaal. Het gevolg: het onderwijs is een stuk inspirerender en betekenisvoller. In de ochtend krijgen de leerlingen nog gewoon rekenen en taal, maar in de middag volgen zij de vakken van wereldoriëntatie binnen een specifiek thema, zoals ‘tijdreizigers’ of ‘de ruimte’ – gegeven door een gespecialiseerde leerkracht. Deze gespecialiseerde leerkracht is iemand van De Vlashoek die dan bijvoorbeeld beschikt over bredere interesse op het gebied van de geschiedenis van de ruimte. Het leesonderwijs wordt nu nog niet gekoppeld aan het bepaalde thema, maar de hoop is om dit vanaf volgend schooljaar wel te doen.
Die andere onderwijsvernieuwing op De Vlashoek draait om doelgericht werken. “Bij de basisvakken taal en rekenen delen we leerlingen niet meer in per niveaugroepen”, begint Cevaal. “Dat gebeurt nu per doel. Op basis van controle van begrip wordt er gedifferentieerd.” Hoewel lesgeven per niveaugroepen in theorie interessant klinkt – het maakt het mogelijk om te differentiëren – , is de uitvoering loodzwaar voor de docent, niet effectief en benadeelt het zelfs de resultaten. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de resultaten van leerlingen uit de ‘extra-instructie’-groep lager zijn dan wanneer zij in een klas zonder niveaugroepen hadden gezeten. Kortom: lagere verwachtingen, lagere resultaten – om nog maar te zwijgen over het zelfvertrouwen en zelfbeeld van deze ‘zwakke’ leerlingen door de indeling in de ‘zwakste’ groep. Door één specifiek doel te stellen voor de hele klas – een soort minimumdoel – is er op De Vlashoek sprake van zeer effectieve lessen. Indien nodig geeft de leraar nog wel een verlengde instructie.
Kansen en uitdagingen De Vlashoek
OBS De Vlashoek is geen grote basisschool. De school telt tachtig leerlingen en negen docenten en twee pedagogisch medewerkers. Het implementeren van onderwijsontwikkelingen, zoals De Noordwijkse Methode of doelgericht werken, verloopt er bijzonder voorspoedig. Cevaal: “Je hoeft maar een paar mensen daarin mee te nemen, het gaat denk ik sneller dan op grote scholen. Wij zijn maar met een paar mensen en spreken elkaar allemaal in de pauzes. Dat zie ik als een groot voordeel. Het valt ook op als je niet mee gaat in onderwijsontwikkelingen. Dat wordt namelijk gezien door mij en collega’s. Dat zijn de voordelen van een kleine school.” Meer zaken verlopen ook zoals gewenst. Doordat het team relatief klein is, kan er makkelijk geschakeld worden. Iedereen van De Vlashoek is flexibel en kan voor meerdere groepen staan. Toch staan Cevaal en haar docententeam soms ook voor uitdagingen. Omdat De Vlashoek uitsluitend combinatieklassen heeft en geen dubbele leerjaren (zoals twee keer groep 6), is er geen collega om mee te sparren die hetzelfde leerjaar lesgeeft. Bovendien moet letterlijk álles met minder mensen gebeuren. “Bij feesten als Sinterklaas of Kerst heb je niet veel keuze om de taken te verdelen. Iedereen moet meewerken.”
Toekomst
Het gaat goed met De Vlashoek. Er is veel enthousiasme binnen het team over De Noordwijkse Methode en in groep 1 zitten aan het eind van dit schooljaar liefst 28 leerlingen – buitengewoon veel voor een dorp met zo’n 2.000 inwoners waar ook nog een christelijke basisschool is gevestigd. Wel komen er steeds meer jonge stellen in Westmaas en de Hoeksche Waard wonen. Hoewel Cevaal vaak als blije en professionele directrice op school verschijnt, is ook zij ‘maar’ een mens. Zo neemt ze haar werk soms op een vervelende manier mee naar huis, of ligt ze ’s nachts wakker van werkgerelateerde zaken. In haar opa, die directeur was van een olieraffinaderij, heeft ze dan een waardevolle mentor. “Hij heeft wel kaas gegeten van leidinggeven, dus daar bespreek ik wel dingen mee. Daarnaast is de vriendin die ook in het onderwijs werkt een goede sparringpartner en binnen het bestuur spreek ik ook andere directeuren.” De toekomst van Cevaal is nog redelijk ongewis. “De sfeer op De Vlashoek is heel fijn. Ik ga met plezier naar mijn werk. Drie jaar geleden was het directeurschap binnen het basisonderwijs mijn einddoel. In de tussentijd heb ik nog geen tijd gehad om na te denken over een nieuw einddoel. Misschien blijf ik hier wel de rest van mijn leven.”